terug_naar_homepage
login_linkspoot
lees_ook

seizoen 15/16:
figuranten
Butterfly
keuzes
Johan Cruijff
Jetro
kijk en zicht
verwondering
cyclus
pijnbank
spelletjes
kleurloos
Realisten en romantici
Blind

Ik ben de beste (op mij na)

Marco van Basten en spitsen, een ongelukkig huwelijk.

Van Basten heeft ongetwijfeld veel verstand van voetbal en presteren op het allerhoogste niveau, beschikt over een palmarès waar weinigen aan kunnen tippen en een aanhang die nog wekelijks een traantje wegpinkt in de uithoeken van Milaan, omdat de Dansende Kat is gegeseld door onverlaten, totdat hij niet verder kon. Marco behoort tot de Groten der Aarde als het gaat om het maken van doelpunten, zijn kwaliteiten in het strafschopgebied zijn gelauwerd, maar zodra hij met collegae in het metier van scoren te maken heeft verandert hij in een gespleten mens. Van Basten en collega-spitsen liggen elkaar niet, of anders gezegd, Marco heeft weinig op met andere spitsen. 
Zijn antipathie begon al vroeg.


Het leven was goed voor de jonge Marco, die in zijn befaamde schriftje de illustere woorden opschreef: ik ben de beste. Een meisje uit zijn buurt waar hij mee omging schreef achter deze lijfspreuk: op mij na. Marco heeft deze inbreuk op zijn wezen onbewust gebruikt om te reiken tot de sterren, de Beste worden.
Toen Van Basten zich aandiende als jonge spits van Ajax maakte hij direct naam als goalgetter en leek zijn kostje in het shirt nummer 9 gekocht. Toenmalig Europees topscorer Wim Kieft zag de ster van Marco snel rijzen en koos eieren voor zijn geld. Hij verkaste naar het Italiaanse Pisa.
Bij Ajax leek alles goed te gaan, maar een blessure sidestepte hem echter enkele weken naar de zijlijn, alwaar hij zijn collega Johnny Bosman  aan de lopende band zag scoren. Dit zinde Marco voor geen meter, hij zag zijn positie binnen het elftal aangetast door het succes van Bosman, terwijl Cruijff nadacht over een positie op het middenveld voor de jonge Utrechter. Van Basten wilde zijn spitspositie weer terug en na enkele woordenwisselingen met Cruijff was het fait accompli: Marco weer in de spits, Bosman de tweede viool. Bosman moet zich in zijn kuif geschoten hebben gevoeld, maar waarschijnlijk voelde hij tevens de meedogenloze ambitie van zijn compaan op zijn klompen aan en besloot geen strijd aan te gaan met Marco, de oogappel van Cruijff.
Zijn geldingsdrang kwam tot uiting tijdens het Europacup II toernooi, waarin hij kwakkelde met blessures, maar toch wilde spelen. Cruijff rook de potentie van Van Basten en koos samen met de speler de wedstrijden uit waarin Marco moest spelen, de mindere potjes mocht hij rust nemen voor herstel. Na de EC II winst in 1987 (enige doelpunt: Marco van Basten) verkaste hij naar AC Milan. In Italië staan spitsen op eenzame hoogte, de verering is navenant. Marco werd San Marco, de rest van het sprookje kent iedereen.

Marco van Basten werkt alweer enkele jaren langs de zijlijn, maar heeft nog steeds akkefietjes met spitsen. Op een een of andere manier heeft hij weinig vertrouwen in de kunsten van scherpschutters. Ruud van Nistelrooij kreeg geen onbegrenste zekerheid (zonder welke Van Basten als speler nooit heeft gekund) van zijn bondscoach, iets dat zelfs tot tijdelijke afzegging van de fox in the box van Manchester United en Real Madrid leidde. Zijn concurrenten konden echter op nog minder krediet rekenen (lees: presteerden minder) en toen boog zelfs Marco het hoofd: Ruud kwam terug in Oranje.
Klaas Jan Huntelaar is eigenlijk hetzelfde verhaal. Bij Ajax was the Hunter reeds onomstreden, maar onder Van Basten werd er zachtjes maar duidelijk geknabbeld aan de status aparte van de spits. Klaas Jan is weleens gewisseld voor Evander Sno en gaf later fijntjes aan dat hij de beslissing van de trainer kon accepteren, maar dat dit niet te vaak moest gebeuren.  Op een of andere wijze kon Huntelaar nooit het Echte Vertrouwen winnen van Van Basten, veel gesproken over het gedeelde vakgebied is er dan ook nooit.

Huntelaar vertrok recentelijk naar Madrid, maar Van Basten gaf geen sjoege, hij had immers Dario Cvitanich van het Argentijnse Banfield gehaald. Maar ondanks de aanwezigheid van Cvitanich en Suarez heeft Marco regelmatig geopteerd voor Sno in de spits, terwijl de laatste weken de uiterst beperkte verdediger Siem de Jong in de punt mag beginnen. Marco heeft het idee gepostvat dat hij zelf spitsen kan màken, anders zijn de bizarre keuzes voor Sno en De Jong niet te verklaren. Blijkbaar is met een paar nuttige tips van Marco iedere speler tot spits om te turnen, alsof hij een alchemist is met de formule om steen in goud te veranderen. De prestaties van Sno en De Jong zijn om te lachen, bonkend en klunend trachten zij in het drukste gedeelte van het veld staande te blijven. Het is triest om te constateren dat Van Basten dus zijn neus ophaalt voor de kwaliteiten van spelers die in hun functieomschrijving de titel spits hebben staan, terwijl hij anderzijds iedere boerenkinkel tot spits denkt te kunnen opleiden. In luttele weekjes ook nog.

Marco van Basten heeft een haat-liefde verhouding met de moeilijkste positie in het elftal. Hij is er sportief vermoord, hij heeft er zijn grootste successen behaald. Hij vind eigenlijk dat hij de enige is die de capaciteiten heeft om te functioneren op 9, alle andere spitsen zijn van mindere kwaliteit. Hij maakt spitsen nog liever zelf dan dat hij zijn aanzien deelt met iemand die claimt dat hij een spits is. Zijn hele leven heeft hij gegeven aan het nummer 9, in zijn hoofd galmt sinds zijn jeugdjaren: ik ben de beste.
Hij is als de dood dat iemand er weer achter zal zetten: op mij na.

copyright by © judge