terug_naar_homepage
login_linkspoot
Anarchie in Utrecht

Toen Rob Alflen vlak na zijn aanstelling als hoofdtrainer besloot om te wisselen van dug-out - voortaan zouden staf en wisselspelers aan de kant van de Bunnikside plaatsnemen - was het direct duidelijk dat de club een verkeerde keuze had gemaakt. Makkelijk willen scoren bij de aanhang: kleine denkers maken dit soort fouten vaker. 

De mensen in het halflege stadion zien het slechtste Utrecht sinds jaren. Het toneelstukje dat wordt opgevoerd door de betrokkenen (meerjarenproject, aanvallend voetbal, kansen worden niet benut) is bijkans beroerder dan het voetbal zelf. Alleen blindgeborenen denken dat er een idee achter het Utrechtse geploeter zit.

Gelukkig is het verder rustig op het Herculesplein 241. Toen bekend werd dat het kantoorpersoneel slachtoffer was geworden van een overval, waarbij € 77.000 was buitgemaakt, deed in Utrecht direct het verhaal de ronde dat er meer aan de hand was. Onder leiding van Frans van Seumeren, die dikwijls beweerde dat hij als zakenman hele administratieve afdelingen had ontslagen, is er langdurig door werknemers gefraudeerd. De totale schade bedraagt meer dan twee ton. Een overval heeft nooit plaatsgevonden.

Dat een opstand onder de supporters uitblijft is mede te wijten aan de lokale media. Iedere maandag wordt in het RTV Utrecht-programma Namen & Rugnummers de wedstrijd besproken. Het levert structureel gênante televisie op, verkapte club-tv, waarbij René van den Berg en Gert Kruys hun vrienden ontzien en al weken verkondigen dat Utrecht het spel van Barcelona naspeelt.

Terwijl bij clubs als Cambuur en Zwolle in alle stilte gewerkt is aan een consequent en transparant beleid, blijft in Utrecht de waan van de dag regeren. Net als vroeger blijkt chaos de enige constante. Verstandige mensen als Han Berger en Foeke Booy, die de clubcultuur kennen, zijn al lang weggejaagd door de baantjeszieke Van Seumeren-clan. De koffiedrinkende Co Adriaanse zal binnenkort opstappen of zelf alle verantwoordelijkheid eisen, want ook hij heeft zich vergist in het amateurisme en de anarchie binnen de club.

Soms moet ik denken aan Jan Wouters. Die bescheiden trainer, die dagelijks van Valkenswaard naar Utrecht reed, was blijkbaar niet goed genoeg. Het moest anders. Het moest aanvallender.
Zijn loyale assistent Alflen zou daarvoor zorgen. Wouters miste flair, want hij praatte supporters niet naar de mond en hij weigerde een gevat antwoord te geven op de surreële vragen van Joep Schreuder.

Wouters zou heel veel kunnen zeggen over zijn vertrek en over de huidige situatie in de Domstad. Daar heeft hij geen behoefte aan.

Het is precies dát niveau dat Utrecht ontbeert. 

copyright by © giro