terug_naar_homepage
login_linkspoot
La Doce

Het is een hete middag in september, het blauw en geel kleurt de straten. Mannen met ontbloot bovenlijf dragen grote vlaggen en drinken grote flessen bier. Vanachter tralies proberen oude vrouwtjes hun sigaretten en drank te verkopen. Echt dreigend is de sfeer nog niet. Het is alleen vervelend om blank te zijn, en rijk, in dit gedeelte van Buenos Aires, op een hete middag in september.

Eenmaal binnen is alles anders. Het primitieve gevoel in een voetbalstadion is heerlijk. Wij tegen de rest. De komende 90 minuten staat de wedstrijd centraal. Ik ben in La Bombonera, het stadion van Boca Juniors. Hier maakte Diego furore, hier werd gehuild, gejuicht en gevochten. Hier werd geleefd.

Zijn op een plek waar je altijd hebt willen zijn brengt aparte gevoelens met zich mee. De Chocoladedoos blijkt inderdaad steil: ik zit bovenin en kijk vrijwel recht naar beneden. Ik zie de skybox waar Hij vaak plaatsneemt. Zijn portret siert de wanden. Diego Armando Maradona beschouwt La Bombonera als zijn thuis.

Opeengepakt zitten we op de tribunes, aan het gezang lijkt geen einde te komen. De melodieën werken aanstekelijk, en net als je bedenkt dat een stadionlied wel degelijk een vorm van kunst kan zijn versta je eindelijk de tekst. Iets met Puta en River, en dat heel vaak, hard en ritmisch. 

Je denkt aan Nederland. Fans van Twente, Utrecht en NAC die sfeer trachten en denken te maken. Bolle Henk die drie uur voor aanvang vlaggetjes op alle stoelen neerlegt. Vlaggen die vervolgens ondersteboven getoond worden, begeleid door oerlelijk uit Engelse stadions gejat gezang. Een sfeerteam, het schijnt in Nederland een gangbare term te zijn. Kansenjongeren die een taakstraf hebben. Inderdaad: Nederland is veel te rijk.

De jongens van La Doce (no.12) vormen geen sfeerteam. Pas als de spelers het veld betreden - de warming up wordt uit veiligheidsoverwegingen elders gedaan - betreden zij het stadion. De beruchtste harde kern ter wereld krijgt vrij baan van de overige fans; men wijkt dankbaar en eerbiedig. Vlaggen worden liefdevol gedragen, liederen worden aangeheven, het stadion ontploft. Het schudt, het trilt, het beeft.

Het is een hete middag in september, ik ben in La Bombonera, en de wedstrijd staat op het punt van beginnen.

Boca, mi buen amigo, wordt er gezongen.
Het gaat maar door. Het is prachtig. Het beroerde voetbal biedt volop kans de immense sfeer te observeren. Kijken die gasten überhaupt wel naar het spel? Ze staan op stalen hekken, ze houden elkaar vast. Laat iemand los, valt de groep uiteen, wat in La Bombonera verstrekkende gevolgen kan hebben. Maar ze laten elkaar niet los, want zij zijn La Doce.

De prijs voor deze ongekende passie mag er wezen. Een nederlaag wordt dikwijls omgebogen in een gelijkspel, door hinchas van de tegenpartij met kogels te doorboren. Barras Bravas - een mooie term voor een criminele bende - bepalen de sfeer in Argentinië. Of ze nu uit Mar del Plata, Rosario, Buenos Aires of Mendosa komen, een wedstrijd is een strijd op leven en dood. Het is de schaduwzijde van het Argentijnse voetbal. Het voetbalgeweld is veel te ver doorgedrongen in de samenleving. 

Boca verliest. La Doce zingt. Het blijft rustig. De mannen kijken gelaten voor zich uit. Ze pakken hun vlaggen en trommels, en rapen zichzelf langzaam bijeen. Te voet verdwijnt de massa uit het zicht. De brug naar het armste gedeelte van La Boca wordt overgestoken. En wij, de rijke toeristen, vertrekken per bus naar het centrum. Denkend en concluderend. De sfeer in La Bombonera is waanzinnig, dreigend, tijdloos, en niet te evenaren.  

copyright by © giro