terug_naar_homepage
login_linkspoot
lees_ook

seizoen 15/16:
figuranten
Butterfly
keuzes
Johan Cruijff
Jetro
kijk en zicht
verwondering
cyclus
pijnbank
spelletjes
kleurloos
Realisten en romantici
Blind

meevoetballen

Het was natuurlijk slechts een kwestie van tijd voordat de goalgetter van het jaar 2006, Klaas-Jan Huntelaar, bij zijn club Ajax een discussiepunt zou worden. De speler met het postuur van Guust Flater en de uitstraling van Pluk van de Petteflet kon niet ongestoord blijven scoren, daar zouden diverse stokjes voor gestoken gaan worden. Ongeacht of tegenstanders, wiens vak het is om spitsen het scoren te beletten, zijn speltype nu hadden weten te doorgronden of niet, het feit is dat zijn broodheer zelve, in de persoon van trainer Henk ten Cate, de vuurkracht in de benen heeft lamgelegd. Dit is normaliter een zware taak voor mandekkers, maar Ten Cate heeft (onbedoeld mag men hopen) de helpende hand geboden door van Huntelaar te eisen dat hij aan het spel gaat deelnemen. Dit lijkt op het eerste gezicht zelfs ietwat vreemd, iedere voetballer doet toch immers mee aan het spel, maar als men de functieomschrijving van een spits bekijkt, dan eindigt het spel bij hem. Het spel stopt, als hij bekwaam is in het uitvoeren van zijn primaire taak: het scoren van een doelpunt. Rijst onmiddellijk de vraag: waarom zou je in vredesnaam van een spits een deelnemer willen maken? Zodat er mooie driehoekjes op het veld ontstaan? Zodat een ander ook eens de kans krijgt om te scoren? Moet hij een ragfijne voorzet (kom er nog maar eens om!) terug koppen naar de rand van de vijandelijke zestien, om een opkomende back in schietpositie te brengen? Heb je dan als trainer een bijeenkomst gemist? Een foute trip gehad? Heb je communistische sympathiëen? Te lang op de padvinderij gezeten? Welke zak hooi denkt dat er iets mooiers is dan het doel treffen? Elke voetballer, vanaf het moment dat hij tegen zijn eerste bal trapt totdat een (jeugd)trainer hem de systemen van het voetbal gaat bijbrengen (vrij vertaald mag er dan nog maar eentje de bal tegen de touwen jagen: inderdaad, de spits) wil scoren. Iemand voorbij spelen, dollen, pielen, poorten, luppen, verkloten, voor gek zetten, noemt u de tussenfases maar op, allen zijn leuk, maar zonder het ultieme doel een uiterst zinloos en doodvermoeiend tijdverdrijf. Scoren willen we allemaal, scoren kunnen we allemaal. Maar sommigen kunnen beter scoren dan anderen. Een gouden pik, een neus voor de goal, Torinstinkt, ongrijpbare omschrijvingen voor het feit dat de ene speler dit gedeelte van het spel beter beheerst dan de andere. En juist omdat iemand dit als beste beheerst belandt hij in de spits. Een beetje trainer prevelt een schietgebedje als hij tegen een Echte Spits aanloopt. Een Echte Spits maakt een carrière van een trainer, een Slechte Spits breekt hem. Kent u Rinus Michels nog? Twee spitsen brachten hem alle lauweren ter wereld: Johan Cruijff en Marco van Basten. Met Glenn Salmon had hij geen Europacup gewonnen, geen EK naar het goud gespeeld. Wat is AC Milan zonder Shevshenko? Breiwol zonder pen.
Spitsen scoren. Haal een van de twee weg en de ander heeft geen inhoud meer.

Nergens ter wereld wordt een spits van zijn primaire taak ontheven, nergens geeft men hem een extra opdracht die ten koste zou gaan van zijn oerdriften: scoren.
Behalve in Nederland. Bij ons moet een spits meevoetballen, net zoals een back moet kunnen meevoetballen. Dit gaat niet lukken.
In Nederland heeft men altijd al moeite gehad met de kip en het ei. Wie of wat was er eerder? Wij kijken naar Brazilië en zien daar backs een behoorlijk balletje trappen, alleen we vergeten voor het gemak even dat in het land van Pele en Garrincha iedereen kan voetballen, als je niet van voetbal houdt mankeert er wat aan je. En niet fysiek, want het gebrek aan ledematen houdt geen jochie van de bal af. Dáár wordt een voetballer in de verdediging opgesteld, omdat je nu eenmaal verdedigers nodig hebt. In Nederland kan driekwart van de bevolking geen kont met een bal, dus is men bij uitstek maximaal een potentiële verdediger. Maar nee hoor, zelfs van de gebrekkigste gek wordt nog een voetballende bijdrage aan het spel verwacht. Hij heeft het al moeilijk genoeg met het volgen van een bal en moet vervolgens aan de bal ook nog eens wat gaan bedenken! Wie dit verzint, die ziet ook regelmatig Elvis rondlopen.
Een spits moet je zijn werk laten doen. Doet hij méér dan je van hem vraagt, dan houd je hem met argusogen in de gaten, want NIETS mag ten koste gaan van zijn rendement. Maar je mag als trainer niet aan zijn spel komen. Dan kun je hem net zo goed meteen afschieten.
Ik ben benieuwd of ze bij Ajax nog bijtijds bij zinnen komen.

copyright by © judge