terug_naar_homepage
login_linkspoot
lees_ook

seizoen 15/16:
figuranten
Butterfly
keuzes
Johan Cruijff
Jetro
kijk en zicht
verwondering
cyclus
pijnbank
spelletjes
kleurloos
Realisten en romantici
Blind

Ferenc Puskas

Het is zaterdagochtend 18 november, kwart voor zes in de vroege ochtend. Krantenjongenstijd, maar ik ben wakker. We staan op het punt om naar het ziekenhuis te gaan om te bevallen, althans mijn wederhelft dat is, het bevallige gedeelte heb ik al negen maanden achter mij. De krant wordt nog even naar het katern Sportwereld opengeslagen en daar treft mij het nieuws: Puskas overleden.

Ik ben opgegroeid met Ferenc Puskas. Niet letterlijk, mijn bouwjaar is van 1968 en toen was de Hongaarse baltovenaar al gestopt met voetballen, maar middels de overlevering die alleen de Groten ten deel valt: de verhalen. Zodra ik mij een mening begon te vormen over het spel en de deelnemers daaraan (wie is de beste speler?) mengde mijn vader zich in het gesprek: Puskas, zei hij, om te laten weten dat het voetbal niet begon toen ik mij ermee ging bemoeien. Puskas, nooit van gehoord, dacht ik. Met Cruijff, Van Hanegem, Neeskens, Beckenbauer en Gerd Müller (u leest 1974) was mijn parate kennis op niveau aanwezig, voorwaar geen minkukels in het mondiale voetbalspel, zeg nu zelf.
Puskas.
Mijn vader kon aan de bak wat mij betreft, want wie kon er in vredesnaam beter zijn dan bovengenoemde cracks?
Puskas dus.
Een Grootvizier met een fenomenaal linkerbeen. De Galopping Major en zijn Balkanbroeders hadden het onverslaanbaar geachte Engeland in eigen huis met 3-6 vernederd, op het WK van 1954 werd in de groepswedstrijden West-Duitsland zum Teufel gespeeld (8-3). Op het eind van deze afstraffing werd Puskas geniepig door een ex-Gestapo grotendeels gescheiden van zijn fonkelende linkerenkel. De schade was dermate dat hij de halve finale tegen Brazilië moest laten schieten, maar in de eindstrijd tegen wederom de West-Duitsers verbeet hij de pijn en trad aan vanaf het beginsignaal. Hongarije kwam op een 2-0 voorsprong, de zege leek binnen handbereik, maar dat is tegen Duitsers gelijk aan een fata morgana. Met 2-3 gingen onze Oosterburen aan de haal met de buit. Puskas scoorde nog de late gelijkmaker, maar deze werd onterecht afgekeurd wegens buitenspel.
Met naam en faam gevestigd trok Puskas met zijn club Honved Boedapest op toertocht door Europa, vernam van de Russische invasie in Hongarije (1956) en keerde niet terug. Hij werd als deserteur geboekstaafd en tot begin jaren tachtig verbannen uit zijn geboorteland. Nu had de wat corpulente linkspoot nog wat noten op zijn zang en belandde bij Real Madrid. Alhier speelde, of liever gezegd schoot, Puskas zich definitief in de Galerij der Groten. Aan de zijde van Alfredo di Stefano (of andersom, in ieder geval ook geen balmishandelaar) knalde hij driemaal de Europacup I naar Madrid. Zijn grootste en meest memorabele wedstrijd speelde hij tegen Eintracht Frankfurt, dat met 7-3 werd verpletterd, onder meer door vier treffers van Kanonnetje Boem.
Buiten een ongehoord aantal doelpunten (1176 in 1300 wedstrijden, waarvan 83 in 84 interlands) was hij als trainer van Panathinaikos verliezend finalist in de EC I eindstrijd tegen het Ajax, editie 1971.

Ferenc Puskas, ik wil u een drietal minder bekende anekdotes niet onthouden.

  • Voorafgaand aan de wedstrijd op Wembley tegen Engeland in 1953, draait Hongarije warm onder toeziend oog van de Britse technische staf. Met akelige precisie spelen de Magyaren elkaar de bal toe. Eén keer raken, maar dan door de lucht over een afstand van 25 meter! De corpulente verschijning van Puskas trekt helemaal de aandacht, meer nog dan zijn balstrelingen. De Engelsen, niet gespeend van enige zelfoverschatting als zelfbenoemde uitvinders van het voetbal, lachten schamper over dat mannetje met die buik die aan de aftrap verschijnt. Ze hebben het dus geweten.
  • Gefileerd door een Germaanse grafschenner moet Puskas langs de lijn toekijken hoe zijn companen in de halve finale de strijd aanbinden met de Brazilianen. En een letterlijke strijd wordt het, als na afloop van het door Hongarije gewonnen duel men met elkaar slaags raakt in de spelerstunnel. De geblesseerde aanvoerder laat zich de kaas niet van het brood eten en slaat een Braziliaan met een fles op het hoofd. Als de kruitdampen zijn neergedaald laat Puskas optekenen dat de vechtpartij veel goedmaakte van wat hij in het veld had gemist.
  • Dat het in Griekenland kan spoken weet men tegenwoordig wel, maar in 1971 was dit nog niet gemeengoed. Als trainer van Panathinaikos heeft Puskas een aas gestoken in het kaartspel dat Europacupvoetbal heet. In de halve finale ontvangen de Grieken het Rode Ster uit Belgrado. In Joegoslavië heeft de Griekse club een pak slaag gekregen (4-1), dus het is aan de Hongaarse Grootmeester om een list te verzinnen. Voorafgaand aan de returnwedstrijd laat Puskas een aantal cheerleaders opdraven om de aandacht van de Joegoslaven af te leiden van zijn echte streek. De Grieken verdwijnen vlak voor de aftrap plots naar binnen, terwijl de ploeg van Rode Ster nog op het zanderige veld verblijft, in opgehitste afwachting van wat de boven het veld dalende helikopter zal brengen.
    Zand. De Joegoslaven krijgen letterlijk hopen opwaaiend zand in de ogen gezwiept door de luchtverplaatsing van de helikopterschroef. Totaal verbouwereerd en met compleet geïrriteerde ogen verliezen de bezoekers met 3-0. Puskas lacht in zijn vuistje, voetbal is méér dan het verplaatsen van een bal.

    Deze column is geschreven tussen de eerste weëen door. De gynaecologen hadden met 95 procent zekerheid voorspeld dat we een meisje konden verwachten. Om 14.20 uur kwam hij ter wereld.
    Hij.
    Rei.
    Een mooie anekdote ligt in het verschiet. Aan mij de taak om als vader mijn zoon over de legendarische Puskas te vertellen.
    Zo blijven de Echte Groten levend.

  • copyright by © judge