terug_naar_homepage
login_linkspoot
lees_ook

seizoen 15/16:
figuranten
Butterfly
keuzes
Johan Cruijff
Jetro
kijk en zicht
verwondering
cyclus
pijnbank
spelletjes
kleurloos
Realisten en romantici
Blind

leider

Feyenoord ontbeert volgens eigen zeggen een rustpunt op het middenveld.
Een leider.
Paul Bosvelt.
Ondanks de op spandoeken weergegeven stem van het Legioen, Paultje = van ons kiest Bosvelt voor Heerenveen.

De problematiek van de Rotterdamse topclub wordt toegespitst op het ontbreken van een leider, iemand die de boel op het veld regelt, de zaken aanstuurt, het tempo bepaalt, de spelers op hun positie houdt, de aanval inzet en de verdediging leidt, kortom: als een generaal die het voetvolk naar de zege stuwt.
Je moet dus over nogal wat kwaliteiten beschikken als je wilt solliciteren naar de vacante positie bij Feyenoord, want buiten goed kunnen voetballen moet je als verlengstuk van de trainer kunnen functioneren, hoog in aanzien staan bij je medespelers en verbaal de juiste snaar bij iedereen kunnen bespelen.
Als je als club zo iemand denkt nodig te hebben, hoe haal je zo’n speler binnen? En hoe groot is de kans dat de keuze succesvol uitpakt?

Over leiderschap zijn vele boeken verschenen. De vele gedaanten waarin een leider zijn rol kan vervullen, de methodieken die hij kan toepassen en de redenen waarom een leider nodig is. Een beroemde verhandeling is halverwege het vorige millenium opgetekend door Niccolo Macchiavelli, Il Principe, oftewel de Heerser. Macchiavelli onderscheidt twee basiskwaliteiten waarmee een leider zijn heerschappij kan handhaven: regeren door angst of regeren door geliefdheid.
Stel je voor dat Feyenoord de leider van Manchester United, Roy Keane, zou kunnen overhalen om in Rotterdam te komen voetballen. Keane is het type dat zijn leiderschap met geweld zal afdwingen. De eerste die niet luistert ligt na het eerstvolgende duel kermend om zijn moeder in de hekken. Heeft Keane gelijk? Dat doet er al direct minder toe, want hij zet zijn woorden kracht bij. Het kunnen toebrengen van pijn is een eeuwenoud beproefd middel om gezag te handhaven, Roy Keane werkt volgens dit principe. Keane heeft slechts te maken met de trainer. Deze is de enige die hem het mandaat om te regeren weer kan afnemen.
De andere truc om de spelers weer in het gewenste gareel te krijgen is door geliefdheid. Paul Bosvelt wordt in de Kuip op handen gedragen en zou vanaf dag één zijn gezag kunnen laten gelden, omdat hij de steun van de supporters heeft. Ook de meeste spelers van Feyenoord zullen Bosvelt de scepter overhandigen, alleen al omdat het niet handig is om een geliefde speler tegen de haren in te strijken. Voetballers zijn opportunisten en zullen niet schromen zich aan te sluiten bij een gunstige wind. Gaat het goed met Paul, dan gaat het goed met mij. Maar verliest Paul te vaak, dan keert de meute zich tegen hem en is hij zijn macht zo weer kwijt, want dan zullen ook zijn medestanders zich van hem afkeren. Een zinkend schip wordt door de ratten als eerste onderkend, maar de rest zal mettertijd volgen. Het gezag is hem gegeven door de spelers zelf, hij is de eerste onder zijn gelijken, maar ook de eerste wiens hoofd zal rollen in mindere tijden.

Roy Keane zal niet komen en Paul Bosvelt gaat naar Heerenveen. Wat nu?
Feyenoord gaf ook hoog op van de leiderschapskwaliteiten van Timmy Simons, de aanvoerder van Club Brugge en het Belgisch nationale elftal. Niet om het een of ander, maar Belgen staan nu niet bekend als heersers. Bart Goor, Belg van geboorte en drager van de aanvoerdersband van Feyenoord, komt nu niet echt over als de Grote Roerganger. Goor lijdt aan het euvel dat Gerald Vanenburg, eind jaren ‘80 bestempeld als de nieuwe leider van PSV, tot mislukking doemde, een zacht en bescheiden stemgeluid. Bazen hóór je, een zachte zachte G is te weinig van het goeie.
En Eric Gerets dan? Gerets mocht wel brullen, maar de Leeuw van Vlaanderen bepaalde binnen de PSV-selectie niet meer dan het beleg op zijn eigen bammetje, de lijnen werden uitgezet en bewaakt door Ronald Koeman en Sören Lerby.
Nee, een Belg aan het roer, dat gaat bij den ‘Ollander er niet in.

Toch rest de vraag: heeft Feyenoord een leider nodig? Is het lek dan boven?
Dennis Bergkamp liet zich jaren geleden ontvallen, naar aanleiding van de gemene deler dat Dennis geen leider was en Oranje voor de rest alle kwaliteiten bezat, maar een leider ontbeerde, dat het begrip leider hem wat vreemd in de oren klonk. Hij refereerde aan Johan Cruijff, die in zijn tijd bij Ajax weleens op de bal ging staan en weids gebarend de medespelers naar de juiste positie dirigeerde.
Dat geeft nogal te denken over de kwaliteiten van de andere tien, filosofeerde Bergkamp fijntjes.
En zo is het ook bij Feyenoord. Al hijs je Maradona zelf in een Feyenoordshirt, het probleem resteert dat er teveel spelers zijn die te weinig kunnen brengen. En omdat het aanschaffen van een handvol kwaliteitspelers niet past binnen de beperkte begroting van de Rotterdamse moloch, kan men beter volstaan met het binnenhalen van een gatendichter. Tussen de linies is het zo lek als een mandje, maar dan stopt tenminste nog iemand zijn vingers in de gaten.

Daar gaat Paul Bosvelt zijn vingers niet aan wagen.
Bij Feyenoord heeft hij niets meer te winnen.

copyright by © judge